Sinte Moartn, koekn en toartn

Voor wie me niet kent: ik ben afkomstig uit Ieper. Ieper heeft vele bezienswaardigheden, en verschillende daarvan hebben een link met 11 november. Jaha, logisch, hoor ik jullie denken. Ieper en Wereldoorlog I zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar 11 november is ook het feest van Sint-Maarten en ook daar heeft Ieper wat mee. Eerst en vooral is er de prachtige Sint-Maartenskathedraal en ten tweede: in Ieper doen we niet van Sinterklaas. In Ieper komt er maar één Sint en dat is Sint-Maarten. Op 11 november dus. Iedereen die moet werken op zijn verjaardag kan zich inbeelden hoe de man zich waarschijnlijk voelt. Als kind werd me al snel duidelijk dat het Sint-Maartensfeest heel wat voordelen heeft ten opzichte van zijn populairdere verwant. Het komt eerder en valt dus niet zo dicht op kerst. (Ik ben geboren op 20 december en ken dus maar al te goed het hier-is-een-cadeautje-voor-je-verjaardag-en-kerst-samen-principe.) 11 november is een feestdag dus ben je ALTIJD vrij om onmiddellijk met je nieuwe speelgoed te spelen en je vol te steken met chocolade. Wanneer je meter, peter of grootouders in een Sinterklaasgebied wonen krijg je gewoon twee keer!

En last but not least: bij Sint-Maarten horen Sint-Maartenkoeken en warme chocolademelk. Liefst in de vorm van de goedheilig man op zijn ros, wat in de volksmond dan een mantepeird wordt. Het zijn niet echt koeken en al helemaal geen speculaas, maar eerder een soort gezoete brioches of sandwiches. De eerlijkheid gebiedt me trouwens om te verduidelijken dat de mantepeird eigenlijk eerder een regionaal fenomeen is en niet louter aan één Sint gebonden. In de gemeentes in het zuiden van West-Vlaanderen (ik kan die zinsnede niet tikken zonder de reclamesong van Meubelen Gaverzicht in mijn hoofd te horen, maar dat zal wel aan mij liggen) die wél van Sinterklaas doen eten ze op 6 december namelijk Klaaskoeken. En dat zijn ook mantepeirden. Maar om een lang verhaal kort te maken: die dingen zijn onvindbaar buiten mijn heimat en aangezien ik een immense nostalgica ben pleng ik dus al elke 11 november sinds ik in Brussel woon stille tranen om die gemiste mantepeirden met chocolademelk. Dat het tijd werd om daar wat aan te doen! En het internet bracht zoals gewoonlijk de oplossing. Na een weinig googelen vond ik Webpalet, de blog van Karel Titeca, waarop hij het recept haarfijn uit de doeken doet. Ik halveerde de hoeveelheden aangezien wij doordeweeks maar met twee zijn en ik voegde er speculaaskruiden aan toe. Eigenlijk had ik er een truckload kaneel in willen doen, zoals in de mantepeirden uit mijn kindertijd, maar de kaneel was op. Ik had ook geen vanillesuiker dus ik nam echte vanillepeulen en voegde een eetlepel suiker toe.
ingrediënten

Ingrediënten (4 personen, wij aten er met twee dus twee keer van)

  • 500 gram bloem
  • 1 blokje verse gist
  • 5 eetlepels suiker + 1 eetlepel extra
  • 1 vanillepeul, of 2 kan ook, YOLO
  • 125 ml melk
  • 125 ml water
  • 1 ei + 1 ei extra
  • 50 gram zachte boter (gebruik geen margarine jongens, dat is gewoon zonde)
  • een snufje zout (ik moest dat nog gaan fijnmalen omdat ik een van die fanatici ben die geen normaal keukenzout gebruikt)

zout

Werkwijze

  • Zorg dat de ruimte waar je werkt warm genoeg is, liefst 21 of 22 graden. Ik ben dus begonnen met alle deuren in de living dicht te doen en de thermostaat wat hoger te zetten.
  • Neem de vanillepeul(en) ter hand en snijd ze overlangs door met een scherp mesje. Haal dan de punt van je mes langzaam door de helften en haal zo de zaadjes eruit.

vanille

  • Giet het water en de melk samen in een steelpannetje en doe er een eetlepel suiker en de vanille erbij. Zet heel even op het vuur tot de vloeistof lauw is. Haal het pannetje van het vuur en verbrokkel het blokje gist in het mengsel. Meng goed en laat een paar minuutjes staan. Roer dan opnieuw goed door tot je geen kruimeltjes gist meer ziet zitten. Zet dit gistmengsel nu even opzij.
  • Zeef de bloem en doe ze in een grote kom.

bloem

  • Doe het zout, het ei, 4 eetlepels suiker, de boter en het gistmengsel erbij. Je zal zien dat je gist zich niet verveeld heeft intussen en dat het al wat opgeborreld en dikker is.
  • Kneed alles goed door elkaar tot je een soepel deeg hebt waar je een mooie bal van kan vormen.

deegbal

  • Leg je deegbal in een grote met bloem bestoven kom, dek af met een handdoek en laat een uur rusten.
  • Als het uur bijna voorbij is verwarm je de oven voor op 200 graden en bekleed je twee bakplaten met bakpapier. Haal dan de handdoek van je kom met deeg en aanschouw het rijswonder dat zich voltrokken heeft.

gerezen

  • Kneed het deeg even opnieuw door en rol het uit tot een lap van een goeie centimeter dik. Snij er vormpjes uit en leg ze op de met bakpapier beklede platen. Zorg dat alle vormpjes genoeg lebensraum hebben, want in de oven gaan ze weer flink rijzen! Als al je vormpjes klaar zijn bedek je de bakplaten met een handdoek en laat je alles nog tien minuutjes rusten.

krassen

  • Kluts het extra ei met de extra eetlepel suiker, grijp een penseel (of gebruik gewoon je vingers) en smeer een beetje van het mengsel op je deeg. Op onderstaande foto zie je duidelijk dat ik het al snel opgaf om een degelijke man op een paard te vormen en uitkwam bij een kruising tussen een zeehond met een poot te veel, een gehandicapt rendier en een funky octopus.

bloed

  • Steek de bakplaten in de voorverwarmde oven en laat tien minuten à een kwartier bakken. Niet langer, anders worden ze hard. Pas wel op, ik had twee gevulde bakplaten en zag na een kleine tien minuten dat de koeken op de onderste plaat niet bruin werden. Ik heb de platen dan even omgewisseld. Ik denk dat het komt omdat mijn oven geen heteluchtcirculatie heeft. Hou dat dus even in de gaten.
  • Gooi terwijl de koeken in de oven zitten melk en zwarte chocolade in een steelpan en maak chocolademelk.
  • Laat de koeken heel even afkoelen en serveer dan met goeie boter (GEEN MARGARINE) en de chocolademelk. Pro tip: doop een beboterd stukje mantepeird in je warme chocolademelk, niks beters dan dat.

finito

Oh trouwens! Belangrijk: de overschot kan je niet zomaar bewaren tot de volgende dag, want tegen dan zijn je mantepeirden loodzwaar en droog geworden. Steek de overschot in de diepvries en als je weer wat 11 novembernostalgie voelt opborrelen, laat de koeken dan even ontdooien op kamertemperatuur en steek ze dan weer een paar minuutjes in de oven.

En nog een klein cadeautje from me to you, voor wie geen flauw idee heeft van wat ik bedoelde toen ik het hierboven over Meubelen Gaverzicht had. Gegarandeerd dat dit tot volgende week in je hoofd blijft zitten. Graag gedaan!

Hebben jullie trouwens van die lokale eettradities?


3 reacties op ‘Sinte Moartn, koekn en toartn

  1. Dit artikel doet me denken en wat ik hier in het pajottenland miste, ik ben van de streek Tielt. Maar nu een pajot ! Jaren had ik heimwee naar die “klojpeirden” en ging dus ook enkele jaren geleden op zoek naar een recept via internet.
    Heb het dus gevonden en bak nu voor de kinders en kleinkinderen klaaskoeken volgens het hierboven genoemde recept ! Alleen heb ik een antieke vorm gevonden bij vrienden, maar nog beter ik heb mijn buren hier in het pajottenland ook ingelijfd bij deze west vlaamse gewoonte en verwerk dus ieder jaar 10 kg bloem in deze mooie traditie ! Hopelijk kan ik dit nog jaren aanhouden want ondertussen heb ik 71 jaren die voorbij zijn !

    Like

Plaats een reactie